maandag 27 juli 2009

Arbeit macht frei

Meer dan een maand ben ik hier nu en ik ben al en nog geen deurtje in de kooi. De in zonlicht gehulde Tjernobilblokken verliezen gradueel hun kleur. Bovendien is het vandaag de eerste dag met een Belgische hemel. Oh god, wat mis ik dat nu al. Frisheid, daar zou ik meteen voor op het vliegtuig springen. Gelukkig zijn er de picknicks aan de bergriviertjes. Daar zouden jullie meteen via het vliegtuig induiken. Ik heb al allerlei methodes uitgeprobeerd. Telefoon, mail, mezelf persoonlijk aanbieden... Allemaal neeknikkende hoofden die me met een "ik-kan-er-ook-niets-aan-doen-dat-het-crisis-is"-blik wegwuiven. De slagzin: “Het is niet de moment, crisis én zomer”. Ik begin de gesprekken nu al zelf met die zin, om te vermijden dat die nog eens door een potentiële werkgever wordt uitgesproken. Ik krijg er de kriebels van. Het is wel degelijk de moment! Ik ben hier, ik heb goesting en energie. Ik heb er veel voor over. Geef me gewoon werk, het maakt me al niet meer uit wat, als ik me maar nuttig kan voelen. Ongelooflijk eigenlijk hoe belangrijk het is voor mezelf, voor mijn eigenwaarde.
Ik solliciteerde al bij een bedrijfje waar ze iemand zochten om een soort helpdesk te spelen voor hun klanten in België. Daar boden ze me een loon aan dat toch niet opwoog tegen mijn drang naar arbeid. 14.000 bruto, ik mocht kiezen in 12 of in 14 maanden. Ik zou het wel doen moest de job inhoudelijk interessant zijn. Of voor veel geld een saaie job, één van de twee of iets tussenin kan ook nog.
Ik kreeg de tip om naar de receptie van de Vlaamse feestdag te gaan om daar contacten te zoeken. Ik kon mezelf gelukkig uitnodigen dankzij een vriendelijke Vlaamse dame van de Ambassade. Nog wat gelul over mijn ‘afkomst’, dat opent blijkbaar altijd deuren. Deuren van het Westin palace, een van de chicste hotels van Madrid. Heerlijk. Op de typische receptiedeuntjes van het trio wandelde ik in mijn speciaal gekozen nette outfit de ‘sala neptuno' binnen. Zelfverzekerd en vol overtuiging dat ‘het’ ging lukken stelde ik mezelf voor aan al wie er ‘belangrijk’ uitzag. Van de mannen van de Corte Inglès tot die van KBC. Na een hapje en glaasje of twee ging het zelfs nog vlotter en vielen de laatste remmen ook weg. De jacht was open. Jacht in een bos zonder wild. Een klein mager konijn, misschien. Ik kreeg toch een handvol visitekaartjes mee. Afwachten. Misschien na de zomer? Na de crisis? Waarschijnlijk als dé moment is gekomen.

dinsdag 21 juli 2009

La gripe A

M nog steeds ziek, overgeven, buikloop. N komt na het werk thuis en voelt zich ontzettend misselijk. Hij kotst de kleren van zijn lijf. Ongeruste ouders proberen hem medicatie te geven maar ook die komt er weer uit. Dan maar naar het ziekenhuis waar ze besluiten hem de nacht te houden. Waarschijnlijk de Mexicaanse griep. En inderdaad, de volgende dag Tamiflu, hét medicijn. Ik had die nacht geen oog dicht gedaan. De volgende ochtend moest ik voor dag en dauw naar het ziekenhuis om M ook te laten testen. Ze staken een buisje in haar neus om wat snot eruit te halen. Er kwam meer bloed uit dan wat anders. Ik voelde mijn wereld instorten in dat bouwvallige ziekenhuis. M vroeg zich af waarom er geen licht op de gang van de pediatrie was en ik vroeg me af waarom er zo een zure geur hing die ik niet kon vergelijken met andere hospitaalgeuren; waarom het speelgoed voor de zieke kinderen in een hoekje op de grond lag en ik gruwelde van het geluid van de kinderen die al huilend de martelkamer binnengebracht werden voor tests en inentingen.

Ik mocht niet bij N. De gedachte die toen door mijn hoofd ging was er een teveel, de tranen welden op in mij ogen. Ik dacht: “Ik ga hem dus zelfs niet meer mogen zien voor hij sterft”. Uiteindelijk bleek het allemaal niet zo erg, ik mocht bij hem in een kille kamer op intensieve. Hij zag er toch nog niet uit alsof hij meteen het leven zou laten.

De echte hel begon eigenlijk pas wanneer hij die avond weer thuis kwam. Het leven in Spanje beginnen als verpleegster van 2 Mexicanen die honger en dorst hebben was niet echt hoe ik het me had voorgesteld. Zeker niet als een verpleegster die net in volle ornaat uit de operatiekamer lijkt te stappen: handschoenen, mondmaskertje. De hete Spaanse lucht proberen filteren door zo een maskertje is geen pretje, dat kan ik verzekeren.


zaterdag 18 juli 2009

Spain is different




Het is weer weekend, je kan het horen aan de brommers die als slijpschijven door de straten snijden. De eerste keer in mijn leven heb ik een puur haatgevoel dat me doet denken aan geweren en schieten op tienerjongens met opgefokte lelijke brolbrommers. Niet dat het hier zo rustig is, de auto’s hoor je en de jolijtige jongeren die ‘s nachts op de omringende bankjes kalimotxo (coctail van wijn en cola) drinken. Maar dat zijn enigszins aanvaardbare geluiden. Die camino’s, zoals ze het bij ons noemen, verbreken de geluidsharmonie die er in de barrio heerst.

N merkte een aantal dagen geleden op dat er een vreemde reactie ontstond in de palm van zijn hand nadat hij die had gewassen. Opeens gebeurde bij mij hetzelfde, alsof je veel te lang in bad had gezeten en je van vel gaat wisselen. Toch wel griezelig. Ons bezoek uit België keek naar haar handpalmen en stelde dezelfde vreemde irritatie vast. Na wat nadenken, zoeken naar mogelijke oorzaken en tests met voeten in emmertjes water enzo (gelukkig hadden we proefkonijn E zie foto) waren we ervan overtuigd dat het water uit de kraan de oorzaak was.


Tenminste dat moesten we uitsluiten. Bovendien was M net beginnen overgeven. Wie weet wat voor een chemische producten zijn er in ons water terechtgekomen. N belde de watervoorziening. Ze zouden komen, oef. Maar wanneer? Vanaf er iemand vrij was. Ok, het was zaterdag, eigenlijk wilden we op stap maar het water, dat was nu belangrijker. We wilden weten wat erin zat. De mannen van canal de Santa Isabel kwamen niet opdagen. Om 15u belt N nog eens om te vragen wanneer ze nu komen. Oei, ze waren het vergeten te noteren dat ze bij ons lang gingen komen. Ok, opnieuw wachten, een uur konden ze niet geven. Tussen nu en 24u ’s nachts. Ondertussen werden we elk uur meer paranoia. Ik wilde afwassen, maar als ik mijn handen 2 minuten onder de kraan stak begonnen ze quasi te ontbinden. N snel naar de winkel om flessen water te halen. M ziek en dorstig. En wachten en wachten. Om 23 u belt N nogmaals met de vraag wanneer ze nu zouden komen. De madam van Santa Isabel zegt: “ze zijn al geweest, alles is in orde”. N woedend. Ze waren geweest zonder te bellen, zonder te laten weten wanneer ze er waren. Ze zei: “Ik zei dat ze jullie water zouden controleren, niet dat ze naar jullie thuis zouden komen”. Blijkbaar hadden ze het ergens op straat nagekeken. N had wel degelijk gezegd dat we erop zaten te wachten thuis. De hele dag thuis voor niets. En na verder onderzoek, met de hulp van inspector Elisa ontdekten we dat de boosdoener niet het water maar het afwasmiddel was. Ik had speciaal ecologisch afwasmiddel gekocht in de carrefour. Geen aanrader dus, liever lekker chemisch vanaf nu.

zaterdag 11 juli 2009

dozen en Ikea

En jawel, de dozen zijn echt aangekomen. Dinsdagavond om 22u, kwam de man uit Galicië met zijn camion aangereden. N was er gerust in. De verhuizers zouden alles wel naar de 8ste verdieping brengen. “Nee hoor”, zei de man: “onze service is van deur tot deur”. N probeerde nog van: Ja maar onze deur is op de 8ste verdieping”, helaas zonder succes. Gelukkig kon hij nog snel zijn broer optrommelen om een “handje” toe te steken. 2 uur hebben ze gezeuld en gesjouwd met al onze rommel. De rommel die nu op een chaotisch wijze een eigen leven blijkt te lijden in de hoeken van ons appartementje. Die dozen, dat is echt een fenomeen op zich. Alhoewel ik ze allemaal zelf heb ingepakt en zorgvuldig (althans dat dacht ik toen) overal op heb genoteerd wat er in zat, wist ik van geen enkele doos meer wat erin zat. Alleen degene die de minst omschrijvende naam had bleek de meest doeltreffende. “Cosas” (dingen) stond erop. Niet alleen geven ze een bijzonder ongezellige sfeer aan je huis, bovendien blijkt het binnen de kortste keren zeer noodzakelijk ze één voor één op een heftige manier open te scheuren om te kijken wat er nu weer in zat. Elke keer een verassing. Alsof je opeens heel veel cadeautjes in een lelijke verpakking krijgt. Ik heb nog zitten denken, waarom heb ik dit in godsnaam allemaal meegesleurd, ik zou het niet eens gemist hebben.

Al gauw had ik al heel wat dozen de deur uit gegooid en hun inhoud ergens in een kast gestopt. Bij dat dozenfenomeen blijkt het ook een vaste waarde dat er een aantal ‘die hard’-dozen bij zijn. Ze houden van hun essentie. De spullen die ze bevatten blijken te genieten van de sfeer van transitie binnenin de doos. Misschien hadden ze wildere plannen. Misschien wilden ze toch liever het verre oosten gaan ontdekken. In alle geval, ze staan er nog steeds, te wachten op een ikeameubel waar ze hun nieuwe thuisplek zullen vinden. Ikea is hier dé oplossing. Na de rastro en dergelijke te hebben, afgeschuimd, merkten we al gauw dat er in Madrid Ikea of Ikea is. Prijzen van tweedehands meubels liggen hier hoger dan de nieuwe puzzeltjes. Niets aan te doen, ook wij zullen hetzelfde leven lijden als de rest van de wereld. Ook wij genieten dag in dag uit van ons uitzicht op Billy of Ärmä... Ik zal me erbij neerleggen, kleur breng ik wel met onze rommel, die rustig de tijd neemt de dozen uit te komen.


woensdag 1 juli 2009

calle de los Emigrantes

Aravaca is het toch niet, na een paar dagen Madrid, blijkt dat we steeds bij de ouders van Nacho crashen. Het leven gaat hier zo lang door, dat je pas klaar bent om te slapen als het al midden in de nacht is, en dan is de verplaatsing naar een dorpje aan de stadsrand een quasi onmogelijke tocht zonder auto. We moeten ook de hele tijd in Madrid zelf zijn om allerlei dingen te regelen. Arakaka is dus niets voor ons, besluiten we. Veel te eenzaam. Ondertussen hebben we bevestiging dat er een plaats is voor M in een schooltje in de buurt van de ouders van N. Een tweetalige school S-E. Niet echt nodig, maar misschien wel leuk. Het gebouw ziet er verschrikkelijk uit, een betonnen blok, grauw. Al goed dat de zon hier zo vaak schijnt, anders zou het hier wel Tjernobyl lijken. De gebouwen van de jaren 70-80 zijn afstotelijk. We zien dat er niet ver van de school een 8ste verdiep te huur staat. We besluiten een kijkje te nemen. Van buiten semi-Tjernobyl, van binnen neutraal, gelukkig. Mooie parketvloeren, witte muren, veel licht, balkon, drie kamers, een typisch Spaanse keuken met beige-bruine kasten en groene tegels. Ik vraag al meteen aan de eigenaar of ik de kasten mag schilderen. N vind het wel fijn, de stijl en M vind de binnenkant erg leuk.

En voor mij het meest exotische is natuurlijk het waskot, el lavadero. Nooit eerder had ik de geneugten van zulk stukje oppervlakte ontdekt. Heerlijk, een plekje voor de was.


Ik heb meteen een goed gevoel, en met appartementen moet je op je gevoel afgaan, denk ik. Dus zonder zelfs nog andere dingen te bezoeken besluiten we het te nemen. Wanneer ik de naam van de straat zie ben ik vastberaden: Calle de los Emigrantes( zie foto, zicht van balkon op calle de los E)


Het is slechts op 5 min van M’s school. We moeten snel zijn want onze 69 dozen komen een van de dagen aan.